Nog steeds in haar gedachten
Op dat moment was het echter allemaal nog in Agness’ gedachten. Ze vreesde dat de agenten haar niet serieus zouden nemen en speelde al hun mogelijke reacties af in haar hoofd. Ze overwoog zelfs om het bureau te verlaten voordat haar beurt kwam, maar wat voor andere optie had ze? Ze moest hulp zoeken voor haar zoon, ongeacht hoe moeilijk dat voor haar was.
Terwijl Agness in de wachtrij stond, vroeg ze zich af of ze überhaupt wel naar het politiebureau had moeten komen. Ze voelde zich ongemakkelijk en afgewezen, en wist niet zeker of ze nog wel een andere keuze had. De wanhoop en de noodzaak om haar zoon te vinden, hielden haar echter op de been, ondanks haar twijfels en de onaangename atmosfeer op het bureau.