Schatgraven

4

Het begon allemaal met een verloren hamer.

Op 16 november 1992 was Peter Whatling, een boer die woonachtig was in het oosten van Engeland, druk in de weer op zijn land. Zijn boerderij lag zo’n kleine 2,4 kilometer ten zuidwesten van het charmante dorpje Hoxne in Suffolk, een regio rijk aan geschiedenis en natuurlijke schoonheid. Maar die dag, die begon als elke andere, kwam hij voor een onverwachte verrassing te staan: zijn geliefde hamer was spoorloos verdwenen in de grond. Een kleine ramp, want die hamer was meer dan zomaar een stuk gereedschap voor Whatling; het was een onmisbaar onderdeel van zijn dagelijks werk en leven op de boerderij.

Toen Whatling geen andere uitweg meer zag, besloot hij zijn telefoon te pakken en zijn goede vriend en buurman te bellen. Deze vriend, Eric Lawes, was een fervent metaaldetectorist, altijd op jacht naar schatten met zijn metaaldetector. Wat Lawes zou vinden, zou alle verwachtingen overtreffen: de grootste Romeinse schat ooit gevonden op Britse bodem. Hij had geen idee dat zijn zoektocht die dag de geschiedenisboeken in zou gaan.